Technologische Soevereiniteit: De Chipstrijd Tussen de VS en China
In een wereld van toenemende geopolitieke spanningen en wederzijdse beperkingen, zijn zowel de Verenigde Staten als China vastbesloten hun technologische soevereiniteit te waarborgen.
De competitie tussen de Verenigde Staten en China om de leiding in de halfgeleiderindustrie is uitgegroeid tot een van de meest strategische fronten van de 21e eeuw. Terwijl Washington de exportcontroles op geavanceerde chips en lithografiemachines aanscherpt, reageert Peking met massale investeringen om zijn technologische autonomie te bevorderen. Het resultaat is een ongekende race om infrastructuur voor de ontwikkeling en productie van chips te bouwen, die het mondiale evenwicht van de macht kan herdefiniëren.
Een race die niet alleen economisch, maar ook geostrategisch is
De Verenigde Staten hebben, via de CHIPS and Science Act, meer dan 52 miljard dollar toegezegd om de binnenlandse halfgeleiderproductie nieuw leven in te blazen. Een groot deel van deze financiering is bestemd voor de bouw van nieuwe fabrieken in belangrijke staten zoals Arizona, Texas en New York, met bedrijven als TSMC, Intel en Micron aan de spits. Het doel is duidelijk: de afhankelijkheid van Azië — met name van Taiwan — in de productie van kritieke chips verminderen.
Aan de andere kant heeft China zijn staatssteun voor reuzen zoals SMIC, YMTC en Loongson opgevoerd en regionale consortia met publieke middelen versterkt. Volgens het adviesbureau IC Insights zal het Aziatische land tussen 2024 en 2030 meer dan 140 miljard dollar investeren in infrastructuur en productiecapaciteiten. Ook heeft het land zijn eigen programma voor technologische vervanging gelanceerd, gericht op het vervangen van buitenlandse hardware door lokale alternatieven, vooral in sectoren zoals defensie, energie en openbare diensten.
Beperkingen, sancties en een gefragmenteerde industrie
Het conflict vindt niet alleen plaats op het vlak van investeringen. De Amerikaanse regering heeft steeds strengere beperkingen opgelegd aan de toegang van China tot sleuteltechnologieën, zoals lithografische gereedschappen van bedrijven zoals ASML en Lam Research, en geavanceerde chips van NVIDIA en AMD. Bovendien heeft het Department of Commerce de export van AI-modellen en krachtige GPU’s geblokkeerd, die essentieel zijn voor het trainen van grote taalmodellen en autonome verdedigingssystemen.
In reactie heeft China de export van strategische materialen zoals galium en germaium beperkt, fundamenten voor de productie van halfgeleiders, en juridische onderzoeken ingesteld tegen Amerikaanse bedrijven wegens vermeende anticompetitieve praktijken.
Nieuwe fabrieken en strategische allianties
Beide landen bouwen nieuwe productiecapaciteiten in een recordtempo:
- In de VS heeft Intel fabrieken aangekondigd in Ohio en Arizona met een investering van meer dan 40 miljard dollar, terwijl TSMC zijn faciliteiten in Phoenix uitbreidt om 3 nm chips te produceren.
- In China is SMIC begonnen met de bouw van nieuwe productiecentra in Tianjin en Shenzhen, met de intentie om 7 nm chips te fabriceren zonder toegang tot de EUV-machines van ASML en gebruikmakend van alternatieve diep lithografie technieken.
Bovendien worden India, Zuid-Korea, Japan en Europa door beide partijen benaderd in een zoektocht naar allianties, technologische overdracht en de locatie van fabrieken.
Kunstmatige intelligentie: de grote motor
De opkomst van kunstmatige intelligentie versnelt deze race nog verder. Modellen zoals GPT-4, Gemini en Ernie Bot hebben enorme computercapaciteiten nodig, wat de vraag naar chips zoals de H100 van NVIDIA heeft doen toenemen, die momenteel beperkt zijn in de export naar China. Dit heeft Chinese bedrijven zoals Huawei ertoe aangezet alternatieve trainingschips te ontwikkelen, zoals de Ascend 910B, ondanks de beperkingen in de toegang tot cruciale componenten.
Tegelijkertijd heeft de VS de ontwikkeling van gespecialiseerde datacentra voor AI gestimuleerd, met gecoördineerde investeringen van het Pentagon en het Ministerie van Energie om eigen chips te ontwikkelen, zoals de processors van Cerebras, Groq en Tenstorrent, met minder afhankelijkheid van Aziatisch silicium.
Wereldwijde implicaties
De technologische ontkoppeling tussen beide machten breekt de mondiale toeleveringsketen van chips in stukken. Europese fabrikanten zoals Infineon, STMicroelectronics en NXP staan onder steeds grotere druk om een kant te kiezen. Ondertussen worden Taiwan en Zuid-Korea geconfronteerd met de uitdaging om hun markten te beschermen en tegelijkertijd strategische allianties met de VS of China aan te gaan.
Het risico van duplicatie van capaciteiten, stijgende kosten en marktfragmentatie neemt toe, waarschuwen analisten van McKinsey en Boston Consulting Group. Echter, er ontstaan ook kansen voor nieuwe regionale actoren zoals Vietnam, Maleisië, Israël en Mexico, die belangrijke knooppunten op de wereldwijde productiemap zouden kunnen worden.
Conclusie
De strijd om het domineren van de halfgeleiders tussen de Verenigde Staten en China gaat verder dan economische concurrentie; het definieert de architectuur van de mondiale digitale macht. In deze strijd om technologische zelfvoorziening zijn investeringen in infrastructuur niet alleen een middel om chips te produceren, maar een strategische inzet voor de toekomst van kunstmatige intelligentie, nationale verdediging en digitale soevereiniteit. Ondertussen kijkt de rest van de wereld toe, positioneert zich… en bereidt zich voor om niet achter te blijven.