De Europese Illusie van Digitale Soevereiniteit
De Europese Unie spreekt al meer dan tien jaar over digitale soevereiniteit, maar de realiteit blijft achter bij de retoriek. Overheden, bedrijven en burgers zijn in hoge mate afhankelijk van dezelfde Amerikaanse giganten: Microsoft, Google en Amazon, met de oppermacht van Apple in zowel desktop- als mobiele omgevingen. Het huidige beeld is duidelijk: Windows is nog steeds alomtegenwoordig, Microsoft Office domineert de kantoorsoftware, e-mail wordt voornamelijk verzorgd door Gmail en Exchange Online, en meer dan 70% van de Europese publieke cloud is afhankelijk van AWS, Microsoft Azure en Google Cloud.
Kortom: Europa heeft geen controle over zijn software, productiviteitsplatforms of de infrastructuur die zijn meest gevoelige data opslaat en verwerkt.
De Illusie van “Cloud First”
De digitaliseringsplannen van Europese overheden hebben de publieke cloud omarmd, alsof dit synoniem is voor modernisering. Maar deze cloud heeft eigenaren: Amazon, Microsoft en Google.
Projecten zoals Gaia-X, oorspronkelijk bedoeld om de soevereiniteit over data in Europa te waarborgen, hebben aan momentum ingeboet door een gebrek aan politieke ambitie en de druk van lobbygroepen. Het gevolg is dat de meeste ministeries, universiteiten en bedrijven hun data opslaan in cloudoplossingen die onder het Amerikaanse Cloud Act vallen, wat de Amerikaanse overheid de mogelijkheid geeft om toegang te eisen tot de gegevens van Europese burgers.
Het is duidelijk: digitale soevereiniteit bestaat niet zolang wij afhankelijk zijn van buitenlandse infrastructuren.
Windows en Office: Een Culturele Monopolie
Het gaat niet alleen om software: Microsoft Office is een cultureel standaard geworden. Universiteiten, scholen en overheidsinstanties dwingen het gebruik ervan af, wat generaties studenten opleidt in het gebruik van één enkel gesloten pakket.
Ondertussen krijgt LibreOffice, ondanks dat het een Europees project is, nauwelijks institutionele steun. Migreren naar open formaten zou een strategische beslissing van groot belang zijn, maar de overheden kijken weg. De situatie is vergelijkbaar met besturingssystemen: Linux is al jaren klaar voor de desktop, en projecten zoals SUSE, openSUSE of Debian kunnen pijlers van technologische soevereiniteit worden. Maar zonder een duidelijke inzet, zal Windows per inertia blijven heersen.
De Mogelijkheid van SUSE, openSUSE en Debian
Europa heeft de basis om een eigen ecosysteem te creëren. SUSE, gevestigd in Duitsland, is een van de weinige ondernemingen die kan concurreren met Red Hat (IBM) op het gebied van servers. Daaromheen bieden openSUSE en afgeleiden zoals Aeon Desktop solide oplossingen voor de desktop.
Maar alleen bedrijven zijn niet genoeg: onafhankelijkheid vereist ook gemeenschapsprojecten zoals Debian, die niet afhankelijk zijn van aandeelhouders of fusies. Een slimme strategie zou het beste van beide werelden moeten combineren: Europese commerciële oplossingen met bedrijfssteun en 100% vrije projecten die onafhankelijkheid op lange termijn waarborgen.
E-mail: Een Collectieve Overgave
E-mail vormt ook een van de grote blinde vlekken. 80% van de Europese universiteiten gebruikt Google Workspace of Microsoft Exchange, wat betekent dat een groot deel van de academische en overheidscommunicatie onderhevig is aan buitenlandse jurisdicties.
Vrije oplossingen zoals Postfix, Dovecot of Roundcube bestaan al tientallen jaren en zouden op private clouds of Europese consortia kunnen worden ingezet. Toch heeft de gemakzucht en de marketing van “gratis” van Google of de gesloten pakketten van Microsoft de strijd zonder veel weerstand gewonnen.
Soevereiniteit of Irrelevantie
De werkelijke kwestie is echter politiek en cultureel. Europa heeft het idee geïnternaliseerd dat het goedkoper is om technologie te importeren dan om deze zelf te ontwikkelen. Deze dynamiek, die al industrieën zoals consumenten elektronica heeft vernietigd, herhaalt zich nu met cloud, kantoorsoftware en besturingssystemen.
Terwijl de Verenigde Staten Intel of General Motors beschermen en China Huawei en Lenovo verdedigt, laat Europa zijn technologische kampioenen vallen en staat het toe dat zijn meest gevoelige gegevens opgeslagen worden in buitenlandse infrastructuren.
Zonder een radicale ommekeer loopt de EU het risico een afhankelijke markt te worden, waar strategische technologische beslissingen in Seattle, Mountain View of Beijing worden genomen, niet in Brussel.
Conclusie: Tijd om van Retoriek naar Actie te Gaan
Europa heeft geen gebrek aan alternatieven. Ze zijn er: SUSE, openSUSE, Debian, LibreOffice, Nextcloud, Open-Xchange. Wat ontbreekt is politieke wil en strategische coördinatie.
De stappen zijn duidelijk:
- Migreren naar Linux in overheden en universiteiten, met de focus op SUSE en Debian.
- Open formaten opleggen en LibreOffice institutioneel inzetten.
- De controle over e-mail en kritieke applicaties terugwinnen met vrije oplossingen en Europese clouds.
- Soevereine clouds bevorderen in plaats van het monopolie van AWS, Azure en Google Cloud te blijven voeden.
Europa staat voor meer dan alleen een softwarewisseling; het gaat om zijn vermogen om te beslissen over zijn digitale toekomst. Of het kiest voor technologische soevereiniteit, of het wordt een eenvoudige captive cliënt in de oorlog van giganten.