Digitale Privacy: Een Vergelijking Tussen de VS en Europa
In de hedendaagse, verbonden samenleving is digitale privacy uitgegroeid tot een van de belangrijkste onderwerpen van discussie. Terwijl grote technologiebedrijven, telecommunicatieaanbieders en gegevensmakelaars (data brokers) handelen in persoonlijke informatie, ligt de werkelijke uitdaging niet alleen in de omvang van het probleem, maar ook in de beschikbare wettelijke en praktische hulpmiddelen om het aan te pakken.
De Verenigde Staten en de Europese Unie bieden twee zeer verschillende modellen. Terwijl in de VS de markt en zelfregulering de toon zetten, heeft Europa gekozen voor een beschermend wettelijk kader zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De centrale vraag is: welk model biedt betere bescherming voor burgers? En vooral, wat kunnen beide modellen van elkaar leren?
1. De economische waarde van gegevens: gegevensmakelaars en de zwarte markt voor informatie
Verenigde Staten: het rijk van de gegevensmakelaars
In de VS draait de industrie van gegevensmakelaars om miljarden dollars per jaar. Bedrijven zoals Acxiom, Experian en Oracle Data Cloud verzamelen informatie uit openbare registers, creditcardaankopen, browsegeschiedenis, medische verzekeringsformulieren en zelfs locatiegegevens van mobiele apps.
Een recent vrijgegeven rapport van de Office of the Director of National Intelligence (ODNI) bevestigde dat zelfs overheidsinstanties dergelijke gegevens kopen in plaats van ze via gerechtelijke bevelen op te vragen. Het argument is dat het gaat om “commercieel beschikbare” informatie.
De gemiddelde burger in de VS is zich er vaak niet van bewust dat er een gedetailleerd profiel met zijn of haar naam, inkomen, consumptiegewoonten, politieke voorkeur en zelfs geestelijke gezondheid bestaat. Hoewel verschillende staatswetten zoals de California Consumer Privacy Act (CCPA) proberen deze excessen te beperken, blijft de gegevensmarkt in de praktijk legaal en bloeiend.
Europa: wettelijke bescherming en twijfelachtige praktijken
In de EU stellen de AVG en de ePrivacy-richtlijn een strenger kader vast. In theorie kan geen enkel bedrijf persoonlijke gegevens verhandelen zonder expliciete, geïnformeerde en herroepbare toestemming. Bovendien hebben burgers het recht om toegang te vragen tot, rectificatie van en verwijdering van hun gegevens.
In de praktijk zijn de toestemmingbeleid echter vaak zo ontworpen dat zij ondoorzichtig zijn, waardoor veel gebruikers toestemming geven voor gegevensverzameling zonder de voorwaarden door te lezen. Ondanks hoge boetes tegen bedrijven als Meta, Google en Amazon blijft het bedrijfsmodel dat gebaseerd is op de exploitatie van persoonlijke gegevens intact.
Vergelijking
De VS biedt minder wettelijke garanties maar meer transparantie over de aanwezigheid van gegevensmakelaars. Europa biedt een meer beschermend wettelijk kader, maar de werkelijke toepassing hangt af van de toezichthoudende autoriteiten, zoals de AEPD in Spanje of de CNIL in Frankrijk.
2. CPNI en metadata: het “goud” van telecommunicatie
VS: CPNI, een publiek geheim
Customer Proprietary Network Information (CPNI) is de kroonjuwelen van Amerikaanse telecombedrijven. Dit omvat gegevens zoals:
- Numers, datums en duur van gesprekken.
- Gebruik van mobiele data.
- Bezochte websites en meest gebruikte apps.
- Afgenomen diensten.
Sommige telecombedrijven zijn beschuldigd van het delen van deze informatie met derden of het gebruik ervan voor het creëren van reclamedoelgroepen. Hoewel gebruikers de mogelijkheid hebben om af te zien van deze gegevensverzameling, is het proces vaak moeizaam en verschilt het per bedrijf.
Europa: meer controle, maar met hiaten
In de EU beperkt de ePrivacy-richtlijn het gebruik van metadata van elektronische communicatie en vereist het expliciete toestemming. Er zijn echter indirecte exploitatiepraktijken gesignaleerd, zoals het gebruik van geanonimiseerde gegevens die in de praktijk opnieuw geïdentificeerd kunnen worden met behulp van kunstmatige intelligentie.
Vergelijking
In de VS is CPNI een gelegaliseerde vorm van massale monitoring, terwijl dit in Europa verboden is zonder toestemming. De effectiviteit van deze bescherming hangt echter af van de regulerende controle.
3. Digitale identiteit: SSN versus DNI
VS: de achilleshiel van de SSN
Het Social Security Number (SSN) is de universele identificator voor toegang tot werk, krediet en publieke diensten. Diefstal hiervan opent de deur naar fraude ter waarde van miljoenen dollars. Om dit te beperken, staat de overheid het volgende toe:
- Online blokkeren van de SSN via de Social Security Administration.
- E-Verify lock om frauduleus gebruik tijdens arbeidsprocessen te voorkomen.
- Vergrendelen van krediet bij de drie grootste kredietagentschappen: Equifax, Experian en TransUnion.
Europa: meerdere systemen, dezelfde risico’s
In de EU is er geen unieke identificator, maar DNI-, NIF- of NIE-nummers zijn in talrijke beveiligingsinbraken gelekt. In Spanje is het elektronische DNI bedoeld om de veiligheid te versterken, maar het massale gebruik ervan is nog beperkt. Experts adviseren om het gebruik van het DNI in digitale registraties te minimaliseren en, wanneer mogelijk, gebruik te maken van gedeeltelijk verborgen kopieën.
Vergelijking
De VS heeft een enkel, extreem gevoelig en kwetsbaar identificatienummer. Europa verspreidt het risico over nationale documenten, hoewel de lekkages van DNI-nummers ook ernstig zijn.
4. Mobiele telefoons en SIM-swapping
De telefoon is een universele identificator geworden door het gebruik ervan in twee-factor-authenticatie. Deze beschikbaarheid heeft echter geleid tot een toename van SIM-swapping-aanvallen.
VS
Vanaf 2024 verplicht de FCC telecomaanbieders om maatregelen tegen frauduleuze nummeroverdrachten aan te bieden, zoals extra PIN-nummers of accountblokkades. Echter, de effectiviteit hiervan hangt af van de aanbieder en de zorgvuldigheid van de klant.
Europa
In Spanje heeft de CNMC de controles voor het autoriseren van mobiele nummeroverdrachten aangescherpt, maar fraude blijft bestaan. De aanbeveling is vergelijkbaar op beide continenten: gebruik een secundair nummer of eSIM voor niet-kritische registraties en reserveer het primaire nummer voor banken en officiële instanties.
Vergelijking
Beide systemen erkennen de kwetsbaarheid van de telefoon als identificator, maar aanvallen blijven aan beide zijden van de Atlantische Oceaan frequent.
Conclusie: twee modellen, dezelfde uitdaging
De vergelijking tussen de VS en Europa laat zien dat geen enkel model absolute bescherming biedt. Terwijl de VS zich onderscheidt door transparantie over de aanwezigheid van gegevensmakelaars en tools zoals kredietblokkering, vertrouwt Europa op een wettelijk kader dat vaak botst met technologische innovatie.
De toekomst ligt in een combinatie van regelgeving, digitale educatie en technische hulpmiddelen. En vooral in een burgerij die zich bewust is dat elke klik, elke registratie en elke oproep bijdraagt aan een ecosysteem waarin persoonlijke informatie de nieuwe ruilwaarde is.