De Digitale Achillespees van Europa: Rusland in kaart brengt de onderzeese kabels die het internet ondersteunen

Russische spionageboot in Europese wateren: bedreiging voor digitale infrastructuur

Het Russische spionageschip Yantar, dat eruitziet als een civiel schip maar militaire apparatuur aan boord heeft, voltooide een reis van 97 dagen door Europese wateren met een specifiek doel: het in kaart brengen van de onderzeese glasvezelkabels die de NAVO-landen met elkaar verbinden. Een onderzoek van de Financial Times onthult hoe dit schip, geëxploiteerd door de geheime Directie Onderzoek Diepe Wateren (GUGI), zich op kritieke digitale infrastructuur heeft gericht tussen november 2024 en februari 2025.

De onzichtbare ruggengraat van het internet

Via deze onderzeese kabels verplaatst 99% van het digitale verkeer: van videobellen en e-mails tot financiële transacties en militaire communicatie. West-Europa is afhankelijk van honderden glasvezelkabels die de Atlantische Oceaan oversteken en landen met elkaar verbinden. Eén enkele kabel kan terabits aan gegevens per seconde transporteren, en een onderbreking heeft directe, rampzalige gevolgen.

De Yantar werd gedetecteerd door middel van Sentinel-1-radar satellieten, terwijl het urenlang rondhingen boven plaatsen waar meerdere kabels samenkomen, zoals CeltixConnect-2, Geo-Eirgrid en Rockabill in de Ierse Zee, en de verbindingen tussen Noorwegen en Svalbard in de Arctische regio. De logica is duidelijk: het identificeren van locaties waar een enkele snede maximale impact zou hebben.

Technische kwetsbaarheden verder dan fysieke onderbrekingen

Het doorknippen van een kabel is detecteerbaar en kan gerepareerd worden, al kost dat weken. Maar er zijn meer geavanceerde aanvalsmethoden: gegevensinterceptie met behulp van onderwaterrobots, verandering van tijdsignalen (die cruciaal zijn voor high-frequency trading en netwerksynchronisatie), of het plaatsen van explosieven voor op afstand activering in geval van conflict.

De infrastructuur is bijzonder kwetsbaar omdat:

  • Kabels door internationale wateren lopen zonder voortdurende controle
  • De telecomsector traditioneel kosten boven fysieke veiligheid prioriteert
  • Reparatie gespecialiseerde schepen vereist die schaars en traag te mobiliseren zijn
  • Er onvoldoende redundantie is in veel kritieke routes

Gevolgen voor de cloud- en technologiesector

Voor aanbieders van clouddiensten, internetproviders en techbedrijven zijn de implicaties direct. Een gecoördineerde aanval op onderzeese kabels zou kunnen:

  • Regio’s volledig isoleren van globale connectiviteit (het geval van Ierland, dat geen NAVO-lid is maar een digitale hub, is bijzonder zorgwekkend)
  • Clouddiensten verstoren met datacentra in Europa
  • Financiële markten laten instorten die afhankelijk zijn van ultrakorte latenties
  • Communicatie van nooddiensten en militaire coördinatie onderbreken

Het Verenigd Koninkrijk heeft publiekelijk erkend dat het geen vertrouwen heeft in zijn vermogen om een dergelijke aanval te voorkomen of er snel van te herstellen.

Reactie: van vergetelheid naar defensieve herbewapening

Europa reageert te laat maar met vastberadenheid. Het Verenigd Koninkrijk ontwikkelt het project Atlantic Bastion: een netwerk van onderwater sensors, drones en sonarstations. De NAVO heeft een specifiek centrum opgericht voor de bescherming van onderzeese infrastructuur. Ierland investeert 60 miljoen euro in akoestische surveillancesystemen.

Toch blijven structurele problemen bestaan: gefragmenteerde verantwoordelijkheden tussen verschillende ministeries, gebrek aan coördinatie tussen industrie en overheid, en onvoldoende reparatiecapaciteiten.

De onderliggende boodschap

De oorlog op de zeebodem is geen sciencefiction meer. De Europese digitale economie steunt op een infrastructuur die decennialang als vanzelfsprekend werd beschouwd. Terwijl techbedrijven miljarden investeren in cyberbeveiliging, blijft de fysieke veiligheid van de kabels die letterlijk al het verkeer vervoeren, onderbelicht.

Rusland is zich hiervan bewust en, volgens westerse militaire bronnen, versnelt het zijn verkenningsoperaties na twee jaar van relatieve voorzichtigheid. De Yantar is slechts het zichtbare instrument van een onderwatercapaciteit die uit 50 platforms bestaat, waarvan vele in staat zijn om tot 6000 meter diep te duiken.

Voor de technologiesector is de vraag niet langer of de onderzeese infrastructuur kwetsbaar is, maar wanneer deze kwetsbaarheid zich zal manifesteren en welk plan B er is wanneer het internet, dat we voor vanzelfsprekend houden, plotseling niet meer functioneert.

Scroll naar boven