De Nederlandse Telecommunicatie- en Digitale Infrastructuurautoriteit (SETID) heeft recentelijk haar tijdelijke en experimentele vergunning verlengd, waarmee Spaanse amateurzenders (radioamateurs) toestemming krijgen om te zenden in het frequentiebereik 2.400 tot 2.410 MHz. Dit specifieke deel van de 2,4 GHz-band wordt al jarenlang gebruikt voor experimenten en praktische toepassingen, vooral op het gebied van microgolfcommunicatie en satellietcommunicatie.
De verlenging, die loopt tot 26 december 2026, volgt op een herhaalde toekenning sinds maart 2009 en is aangevraagd door de Spaanse Vereniging van Radioamateurs (URE). Deze vergunning biedt de amateurgemeenschap de mogelijkheid om het spectrum op een gecontroleerde en gereguleerde manier te gebruiken voor technische testen, zonder dat dit de werking van andere radio- of satellietdiensten verstoort.
Het gebruik onder deze vergunning is echter strikt geregeld. Zo moeten de uitzendingsvermogen en antenneconfiguraties voldoen aan strikte technische eisen: een maximale isotrope radiated power (p.i.r.e.) van 1.500 watt en het gebruik van richtantennes met minimaal een winst van 21,5 dBi. Deze eisen zorgen voor optimale inzet van de beperkte bandbreedte en minimaliseren het risico op storing bij andere diensten.
De vergunning is specifiek gericht op communicatie met de QO-100 satelliet, die in een baan om de aarde draait op 25,9º oost. Dit betekent dat radiostations in heel Spanje kunnen bijdragen, zolang ze zich aan de technische voorschriften houden en de communicatie gericht is op de satelliet. De regelgeving benadrukt dat de banden in dit geval secundair zijn en dat er een “no interference – no protection” principe geldt: de amateurs mogen geen schadelijke interferentie veroorzaken en moeten onmiddellijk stoppen bij storingen, zonder recht op bescherming tegen interferentie van andere diensten.
De juridische basis voor deze autorisatie is de huidige Spaanse telecommunicatiwetgeving, de Algemene Telecommunicatiewet (Ley 11/2022), het Koninklijk Besluit 123/2017 en de relevante internationale frequentie-ingenieuringsregels, zoals het Nationale Frequentietabel (CNAF). De vergunning onderstreept dat het spectrum 2.400–2.410 MHz secundair is toegewezen aan de amateurs en dat de tijdelijke vergunning een gereguleerde uitzondering vormt die geen permanent recht verleent.
Verder benadrukt de regeling dat installatie- en antenne-aanpassingen op het gebouw altijd conform de artikelen van het radioamateursreglement moeten zijn, inclusief het veilig aanbrengen van antennes en bevestigingsmaterialen. Er wordt ook expliciet opgemerkt dat deze vergunning geen rechten verleent op specifieke satellietinfrastructuur; toegang tot en gebruik van de satelliet zelf vereist aparte vergunningen.
Voor de amateurarbeidsgroep en de bredere technologische gemeenschap onderstreept deze verlenging het belang van experiment en innovatie op radiofrequenties. Het biedt een waardevolle gelegenheid voor technici en hobbyisten om nieuwe communicatietechnologieën te testen en te verbeteren, met aandacht voor strikte regelgeving om de belangen van andere gebruikers van het spectrum te beschermen. Deze voorbeelden laten zien dat innovatie niet altijd in grote commerciële systemen begint, maar vaak uit kleinschalige, gecontroleerde experimenten voortkomt.
Kortom, de continuïteit van deze vergunning symboliseert een stevig fundament voor technisch onderzoek binnen de ham-community, terwijl de regelgeving duidelijke grenzen stelt ter bescherming van het bredere radiospectrum.
