Op 7 juni werd 70 jaar sinds de dood, in 1954, van de Britse wiskundige Alan Turing herdenkt, wiens werk in cryptografie aanzienlijk bijdroeg aan het kraken van de nazi-codes tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vaak beschouwd als “vader van de informatica”, liet Turing een enorme nalatenschap na, niet alleen in termen van wetenschappelijke en technologische vooruitgang, maar ook door zijn diepgaande gedachten. Hier worden negen van zijn meest memorabele citaten gereproduceerd.
- “Het oorspronkelijke vraagstuk, ‘Kunnen machines denken?’ denk ik dat het te nietig is om te bespreken.”
- “Soms is de persoon van wie niemand vermoedt dat hij tot iets in staat is, degene die dingen doet die niemand zich kan voorstellen.”
- “Als van een machine wordt verwacht dat ze onfeilbaar is, kan ze ook niet intelligent zijn.”
- “Zij die zich iets kunnen voorstellen, kunnen het onmogelijke scheppen.”
- “Gissingen zijn uiterst belangrijk, omdat ze mogelijk nieuwe onderzoekspaden voorstellen.”
- “De geïsoleerde mens ontwikkelt geen enkele intellectuele kracht.”
- “We kunnen slechts een korte afstand vooruit zien, maar we kunnen veel zien dat gedaan moet worden.”
- “Wetenschap is een differentiaalvergelijking. Religie is een randvoorwaarde.”
- “De machine kan worden ontworpen om alles te doen wat beschreven kan worden als een logische procedure.”
Biografie van Alan Turing
Alan Mathison Turing werd geboren op 23 juni 1912 in Maida Vale, Londen, in een welgesteld gezin. Van jongs af aan toonde hij een natuurlijke aanleg voor wiskunde en wetenschappen. Hij studeerde aan het King’s College van de Universiteit van Cambridge, waar hij uitblonk in intellectuele capaciteit en vernieuwende ideeën.
In 1936 publiceerde Turing een werk getiteld “On Computable Numbers, with an Application to the Entscheidungsproblem”, waarin hij het concept van de “Turingmachine”, een theoretisch model dat een machine beschrijft die elk mathematisch berekening kan uitvoeren als het genoeg tijd en middelen heeft. Dit werk legde de basis voor de ontwikkeling van moderne informatica.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloot Turing zich aan bij Bletchley Park, het Britse codebrekencentrum, waar hij een cruciale rol speelde in het breken van de Enigma-code gebruikt door de nazi’s. Zijn werk hielp niet alleen de oorlog te verkorten, maar ook talloze levens te redden door de Geallieerden in staat te stellen de Duitse militaire bewegingen te voorzien en tegen te gaan.
Na de oorlog zette Turing zijn onderzoek in computing en de theorie van kunstmatige intelligentie voort. In 1950 stelde hij wat nu bekend staat als de “Turingtest” voor, een test om de capaciteit van een machine om onderscheidbaar gedrag van dat van een mens ten toon te stellen te beoordelen.
Ondanks zijn monumentale bijdragen werd Turing’s leven tragisch verkort. In 1952 werd hij vervolgd op grond van homoseksualiteit, wat destijds illegaal was in het Verenigd Koninkrijk. Hij werd onderworpen aan hormonale behandeling als alternatief voor gevangenis, wat een diepe impact had op zijn fysieke en geestelijke gezondheid. Op 7 juni 1954 werd Turing dood aangetroffen in zijn huis, nadat hij cyaankali had ingenomen. Zijn dood werd als zelfmoord beschouwd.
Turing’s nalatenschap is in de recente jaren uitvoerig erkend en gevierd. In 2009 bracht de Britse premier Gordon Brown publiekelijk een verontschuldiging uit voor de behandeling die Turing had gekregen, en in 2013 verleende Koningin Elizabeth II hem postuum gratie.
Het leven en het werk van Alan Turing blijven generaties van wetenschappers, wiskundigen en technologen inspireren. Zijn revolutionaire ideeën en zijn onverwoestbare geest van intellectuele exploratie blijven een baken voor degenen die de grenzen van het mogelijke willen verleggen.
