Het ambitieuze project van Zuid-Korea om een supercomputer voor kunstmatige intelligentie (AI) te ontwikkelen loopt een aanzienlijke vertraging op vanwege het gebrek aan toegang tot gespecialiseerde chips. Volgens het lokale medium Chosun, is het project “Supercomputer Nr 6,” dat gepland was om afgerond te worden in de komende jaren, uitgesteld tot 2026, wat de wereldwijde uitdagingen in de AI-hardware supply chain benadrukt.
Een dreigende computercrisis
Zuid-Korea, bekend om zijn technologische leiderschap, had dit project als een strategische prioriteit geplaatst in hun race voor suprematie in kunstmatige intelligentie. Met een geschat budget van 2,9 biljoen won (ongeveer 2 miljard dollar), zocht de Supercomputer Nr 6 om geavanceerde computerkracht te bieden aan onderzoekers en professionals, en het land op de voorgrond van de sector te plaatsen.
Desondanks heeft de hoge wereldwijde vraag naar AI-chips, gecombineerd met leveringsproblemen, geleid tot een kritisch tekort. Op dit moment werken de bestaande supercomputers in het land met 90% van hun capaciteit, wat heeft geleid tot een “computercrisis” voor onderzoekers die afhankelijk zijn van deze middelen.
De impact van de wereldwijde vraag
De opkomst van kunstmatige intelligentie heeft een internationale wedloop ontketend om de meest geavanceerde chips te verwerven, zoals de H100 van NVIDIA. Deze componenten zijn essentieel voor het trainen van grootschalige AI-modellen, en hun beperkte beschikbaarheid maakt het moeilijk voor belangrijke projecten in verschillende landen. Bovendien zijn de kosten van deze chips aanzienlijk gestegen vanwege knelpunten in de supply chain, waardoor veel organisaties hun budgetten moeten heroverwegen.
Landen zoals de Verenigde Staten en naties in het Midden-Oosten hebben de ontwikkeling van AI uitgeroepen tot een ‘nationale prioriteit’ en investeren grote sommen in infrastructuur en AI-technologie. Deze competitie heeft de druk op hardwarefabrikanten verhoogd, voornamelijk ten gunste van reuzen zoals NVIDIA en AMD, maar laat anderen, zoals Zuid-Korea, met beperkingen voor toegang tot de benodigde middelen.
Vooruitzichten voor Zuid-Korea
De uitstelling tot 2026 vormt serieuze uitdagingen voor Zuid-Korea, wat het risico loopt achter te blijven in de wereldwijde AI-race. Desalniettemin blijft het land zich inzetten om vooruitgang te boeken op dit gebied, en zoekt het naar alternatieven om de huidige beperkingen te overwinnen.
De supercomputer Nr 6 is niet alleen cruciaal voor het stimuleren van AI-onderzoek, maar ook voor het versterken van de technologische concurrentiekracht van Zuid-Korea in een wereld die meer en meer gedomineerd wordt door kunstmatige intelligentie. Ondertussen werken de regering en de instellingen van het land aan strategieën om de computercrisis te beperken en te zorgen dat het project zijn momentum niet verliest.
De vertraging weerspiegelt een breder beeld waarin de strijd om AI-middelen de technologische prioriteiten op wereldniveau herdefinieert, en wijst op een toekomst waarin de toegang tot geavanceerde chips een beslissende factor zal zijn voor leiderschap in kunstmatige intelligentie.
