Het Ministerie van Justitie van de VS probeert Google te dwingen Chrome te verkopen wegens monopoliepraktijken.

De maatregel is bedoeld om het vermeende monopolie op internetzoekopdrachten tegen te gaan en kan een keerpunt betekenen in de technologische regelgeving.

Het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ) heeft de strijd tegen Google opgevoerd door te eisen dat het bedrijf zijn webbrowser Google Chrome verkoopt als onderdeel van een strategie om de markt in balans te brengen en monopolistische praktijken op het gebied van internetzoekopdrachten te bestrijden. Het besluit, dat nog moet worden beoordeeld door federale rechter Amit Mehta, kan een historische mijlpaal worden in de regulering van grote technologiebedrijven.

De achtergrond van de zaak: beschuldigingen van monopolie

Volgens het DOJ heeft Google illegaal het online zoekmarktmacht gemonopoliseerd, waarbij Chrome als hulpmiddel wordt gebruikt om zijn dominante positie te consolideren. Chrome, de meest gebruikte browser in de Verenigde Staten met een marktaandeel van 61%, speelt een centrale rol in het ecosysteem van Google, dienend als platform om het gebruik van zijn zoekmachine en andere diensten zoals Google Ads en Google Play te stimuleren.

De voorgestelde maatregel zou niet alleen invloed hebben op Chrome. Er worden ook aanzienlijke veranderingen in Android, het mobiele besturingssysteem van Google, voorgesteld, hoewel zonder de verkoop ervan te eisen. In dit geval eist het DOJ dat Android onafhankelijk wordt van de hoofddiensten van het bedrijf, zoals de Google-zoekmachine en Google Play, wat gebruikers de vrijheid zou geven om te kiezen welke apps en diensten ze willen gebruiken.

Een zaak die begon onder de Trump-administratie

De zaak is niet nieuw. Het werd gestart tijdens het bestuur van Donald Trump en is voortgezet onder het regime van Joe Biden, wat een tweepartijenconsensus weerspiegelt over de noodzaak om grote technologiebedrijven te reguleren. In augustus van dit jaar oordeelde rechter Mehta al dat Google antitrustwetten schond, waarmee het precedent werd geschapen voor de huidige actie.

Het DOJ acht dat de integratie van Chrome met Google-diensten concurrentie ontmoedigt en barrières creëert voor de toetreding van andere bedrijven. De cross-promotie binnen de browser, die het gebruik van Google-producten bevordert, is bestempeld als een praktijk die de concurrentie in de sector beperkt.

De verdediging van Google

Google heeft de beschuldigingen afgewezen en noemt de actie van het DOJ «radicaal» en schadelijk voor consumenten. Volgens Lee-Anne Mulholland, vice-president van reguleringszaken bij Google, zou de actie van de overheid «schadelijk zijn voor ontwikkelaars, consumenten en het Amerikaanse technologisch leiderschap op een kritiek moment». Google stelt dat Chrome en zijn andere diensten aanzienlijke voordelen bieden aan gebruikers en innovatie bevorderen.

https://twitter.com/RedesSocialesES/status/1859158310122852805

Android ook onder de aandacht

H
Hoewel de verkoop van Android niet op tafel ligt, streeft het voorstel van het DOJ ernaar het besturingssysteem los te koppelen van andere Google-diensten. Dit zou betekenen dat Android-apparaatgebruikers bij het instellen van hun apparaten ervoor kunnen kiezen om zoekmachines, browsers en app-winkels van derden te installeren. Als deze maatregel wordt doorgevoerd, zou dit de weg kunnen vrijmaken voor nieuwe spelers op de applicatiemarkt en browsermarkt.

Een paradigma-shift in de technologiesector

Als rechter Mehta instemt met het verzoek van het DOJ, zouden we getuige kunnen zijn van een van de grootste regelgevende klappen aan een groot technologiebedrijf in de recente geschiedenis. Het besluit zou niet alleen gevolgen hebben voor Google, maar kan ook een precedent scheppen voor toekomstige acties tegen andere grote bedrijven in de sector, zoals Meta, Amazon of Apple.

De wereldwijde impact van antitrustreguleringen

De actie tegen Google vindt plaats in een context van toenemende mondiale aandacht voor grote technologiebedrijven. In Europa heeft de Europese Commissie onlangs zware boetes opgelegd aan Meta wegens schendingen van concurrentiewetten, terwijl China en andere markten ook hun regelgeving hebben aangescherpt.

Voor nu is de uiteindelijke uitkomst van de zaak in handen van rechter Mehta, maar wat duidelijk is, is dat grote technologiebedrijven een tijd van strengere regelgeving en controle tegemoet gaan, met als doel een meer concurrerende en eerlijke markt te waarborgen. De juridische strijd tegen Google zou wel eens de eerste grote stap kunnen zijn naar een nieuw paradigma in de relatie tussen overheden en de “big tech”.

Scroll naar boven