De toekomst van betaalbare computers: Raspberry Pi 5 versus Intel N100/N150
De markt voor goedkope computers ondergaat een ingrijpende verandering. Gedurende meer dan een decennium was de Raspberry Pi de onbetwiste referentie voor educatieve projecten, makers en zelfs voor lichte thuisservers. Maar de opkomst van mini-PC’s op basis van processors zoals de Intel N100 en N150, die krachtiger zijn en steeds concurrerender geprijsd, heeft de verhoudingen veranderd.
De vraag die velen zich nu stellen is: Biedt een mini-PC met Intel N100 meer waarde dan een Raspberry Pi 5? Het antwoord is niet eenduidig en hangt af van het gebruiksdoel, budget en persoonlijke voorkeuren.
Een onvermijdelijke strijd: Raspberry Pi 5 versus Intel N100/N150
Aan de ene kant is er de Raspberry Pi 5, die verkrijgbaar is met maximaal 16 GB RAM en begint bij slechts 50 dollar voor de versie met 2 GB. Het concept is dat van een enkele printplaat (SBC), compact, modulair en ondersteund door een enorme community.
Aan de andere kant vinden we mini-PC’s zoals de GMKtec NucBox G3 Plus, die wordt aangedreven door de Intel N100 of N150. Met 16 GB RAM en geïntegreerde SSD-opslag kost hij ongeveer 159 dollar. Hoewel iets duurder in totaal, biedt hij een ervaring die dichter bij een traditionele desktop-PC ligt.
Prestatie: wie wint in de praktijk?
Benchmarktests tonen een duidelijk beeld:
- De Intel N150 presteert tussen 1,5 en 2 keer beter dan een Raspberry Pi 5 bij intensieve rekentests.
- De Raspberry Pi 5 is echter energiezuiniger, en biedt meer werk per watt in inactieve en lichte belasting.
Dit komt door de architectuur: terwijl de N150 is vervaardigd met een proces van 10 nm, is de Arm BCM2712 chip van de Pi 5 gemaakt met 16 nm, maar is deze geoptimaliseerd voor efficiënt energieverbruik.
In andere woorden: de N100/N150 is superieur in brute kracht, maar de Raspberry Pi 5 benut elke watt beter.
Werkelijke kosten: wat is goedkoper?
Hier wordt de discussie gecompliceerder. Een Raspberry Pi 5 met 16 GB, inclusief noodzakelijke accessoires (512 GB NVMe SSD, 27W voeding, actieve koeling, RTC-batterij en behuizing) kost ongeveer 208 dollar. Een NucBox G3 Plus met Intel N150, ook met 16 GB, ligt rond de 159 dollar met vergelijkbare specificaties.
In dit scenario lijkt de Intel mini-PC voordeliger. Echter, de Raspberry Pi heeft een grote voorsprong met zijn instapmodellen, die al nuttig zijn vanaf 50 dollar voor eenvoudige projecten.
Ook de tweedehandsmarkt biedt gebruikte zakelijke mini-PC’s (Lenovo, HP, Dell) die nog meer waarde bieden, met processors van de 7e of 8e generatie voor zeer lage prijzen. Maar het vergelijken van nieuwe en gebruikte modellen is niet eerlijk: de Raspberry Pi blijft heersen in de ultragoedkope computersegment.
Energieverbruik: efficiëntie tegenover kracht
De inactieve energieconsumptie maakt het verschil:
- Een mini-PC met N150 verbruikt ongeveer 10-12 W in idle.
- Een Raspberry Pi 5 komt uit op 3-4 W.
Het jaarlijkse verschil kan oplopen tot 10-20 dollar aan elektriciteit – iets dat marginaal is voor huishoudens, maar beslissend in zonne-energieprojecten, remote installaties of grootschalige uitrol.
Ecosysteem en softwarecompatibiliteit
De Raspberry Pi 5 blinkt uit door zijn community en educatieve ecosysteem:
- Duizenden tutorials, accessoires en HAT-modules.
- Geoptimaliseerde ondersteuning voor Raspberry Pi OS en afgeleiden.
Mini-PC’s van Intel hebben als grote voordeel de universele compatibiliteit met x86-software:
- Ze draaien Windows en Linux zonder beperkingen.
- Ze ondersteunen zakelijke en legacy-applicaties.
- Betere ondersteuning voor virtualisatie en containers.
Samengevat: de Pi 5 wint in modulariteit en gemeenschap; de N100/N150, in desktopsoftware compatibiliteit en productiviteit.
Gebruiksscenario’s: wat te kiezen afhankelijk van de situatie?
- Voor onderwijs, IoT en makersprojecten: Raspberry Pi 5. Door het lage verbruik, de flexibiliteit en de overvloed aan documentatie is het de meest logische keuze.
- Voor homelabs, lichte virtualisatie of basis desktop-PC’s: Intel N100/N150. Deze bieden betere prestaties voor multitasking en x86-applicaties.
- Voor remote projecten of hernieuwbare energie: Raspberry Pi 5, vanwege het lage verbruik en de mogelijkheid om PoE te gebruiken.
- Voor wie een kantoor-PC of thin client wil vervangen: Intel N100/N150, met meer veelzijdigheid in professionele omgevingen.
Samenvattende vergelijking
Kenmerk | Intel N100/N150 (bv. NucBox G3 Plus) | Raspberry Pi 5 (16 GB) |
---|---|---|
Brute prestatie | 1,5 – 2x hoger | Lager, maar stabiel |
Energie-efficiëntie | Lager | Zeer hoog |
Inactieve consumptie | 10-12 W | 3-4 W |
Prijs met 16 GB + SSD | ~159 USD | ~208 USD |
Software compatibiliteit | Windows + Linux x86 | Linux ARM + maker ecosysteem |
Uitbreiding / accessoires | Beperkt | Zeer uitgebreid |
Ideaal gebruik | Lichte desktop, homelab | IoT, onderwijs, edge computing |
Meer dan cijfers: fiets of auto?
De vergelijking tussen een Raspberry Pi en een mini-PC van Intel is als het vergelijken van een fiets met een auto. De fiets is goedkoper, lichter en efficiënter, maar heeft duidelijke grenzen qua gebruik. De auto verbruikt meer, maar maakt lange afstanden en meer transport mogelijk.
De werkelijke waarde is afhankelijk van de context:
- Voor een kind dat Python leert of een maker die een robot bouwt, blijft de Pi 5 onovertroffen.
- Voor een klein kantoor dat een goedkope mini-PC met Windows nodig heeft, is de N100 logischer.
Conclusie
Het debat tussen Intel N100/N150 en Raspberry Pi 5 heeft geen eenduidige winnaar. Wat wel duidelijk is, is dat de markt volwassen is geworden: er is niet langer één referentie voor goedkope computers, maar verschillende solide opties voor verschillende profielen.
De toekomst zal waarschijnlijk zien dat beide naast elkaar bestaan: de Pi in onderwijs en creatieve projecten, en de mini-PC’s van Intel in homelabs, lichte desktopomgevingen en professionele omgevingen die een balans tussen kosten en prestaties zoeken.