Meta neemt afstand van de EU AI-gedragscode: toenemende spanningen tussen innovatie en regulering

Meta verwerpt EU-kaders voor kunstmatige intelligentie: Een uitdaging voor samenwerking met technologiegiganten

In een recent voorbeeld van toenemende spanning tussen de Amerikaanse technologie-industrie en Europese autoriteiten, heeft Meta bevestigd dat het de Gedragscode voor Algemeen Doel Kunstmatige Intelligentie (GPAI), gepresenteerd door de Europese Commissie op 10 juli, niet zal ondertekenen. Deze beslissing, hoewel niet in strijd met enige wetgeving (de code is vrijwillig), vertegenwoordigt een directe afwijzing van een instrument dat bedoeld is om naleving van de AI Act te vergemakkelijken, het ambitieuze Europese regelgevingskader dat gericht is op de regulering van kunstmatige intelligentie in Europa.

Onzekerheid en overregulering

Volgens Joel Kaplan, hoofd van Global Affairs bij Meta, is “Europa de verkeerde weg ingeslagen met betrekking tot AI.” Kaplan heeft geoordeeld dat de Gedragscode juridische onzekerheden voor ontwikkelaars met zich meebrengt en maatregelen bevat die “buiten de reikwijdte van de AI Act vallen.” Het is niet de eerste keer dat Meta zich publiekelijk tegen de EU-wetgeving over AI uitspreekt, maar deze keer heeft het bedrijf ervoor gekozen om een kader te negeren dat andere spelers in de sector als nuttig beschouwen om boetes te vermijden en de naleving te vereenvoudigen.

Wat houdt de Gedragscode voor GPAI in?

De Gedragscode voor Algemeen Doel AI-modellen is opgebouwd uit drie hoofdstukken:

  1. Transparantie: Dit hoofdstuk omvat een gestandaardiseerd formulier om te documenteren hoe een model wordt getraind en functioneert, in lijn met artikel 53 van de AI Act.

  2. Auteursrechten: Biedt praktische richtlijnen voor naleving van de Europese auteursrechtwetgeving, bijzonder relevant in het tijdperk van de massale training van modellen met digitale materialen.

  3. Veiligheid en Bescherming: Gericht op leveranciers van geavanceerde modellen met systeemrisico’s, definieert het goede praktijken om mogelijk negatieve impact van deze systemen te mitigeren volgens artikel 55 van de AI Act.

Hoewel de code niet bindend is, stelt het ondertekenende bedrijven in staat om hun naleving van de AI Act op een efficiëntere manier aan te tonen met minder bureaucratische lasten. Het ondertekenen impliceert meer juridische voorspelbaarheid en een lager risico op sancties, dat bij ernstige overtredingen kan oplopen tot 7% van de wereldwijde jaarlijkse omzet.

Meta’s strategie en de Europese aanpak

De afwijzing van Meta moet gezien worden als onderdeel van een bredere strategie om reguleringsverplichtingen buiten de VS te minimaliseren. Het bedrijf heeft eerder de AI Act als “overmatig” en “contraproductief” bestempeld, met de bewering dat het productlanceringen zou kunnen vertragen en innovatie zou kunnen remmen.

Tegelijkertijd steekt Meta enorme middelen in zijn divisie voor “Superintelligentie,” die concurreert met OpenAI en Google DeepMind. Dit omvat dure aanwervingen en de ontwikkeling van steeds krachtigere fundamentele modellen. Echter, zonder deelname aan het Europese kader, kan het bedrijf meer blootgesteld worden aan reguleringsonderzoeken, rechtszaken of beperkende maatregelen in de Europese Unie, vooral als een van zijn modellen als systeemrisico wordt beschouwd.

Geopolitieke implicaties

Deze ontwikkeling heeft ook politieke implicaties. De herverkiezing van de Trump-administratie in januari heeft haar onvrede over de AI Act geuit, en het heeft actief druk uitgeoefend op Brussel om de regelgeving te verzwakken of vlak te maken, in lijn met de belangen van grote Amerikaanse technologiebedrijven.

Conclusie: Samenwerking of confrontatie?

Terwijl andere bedrijven zoals Mistral, Aleph Alpha of zelfs Microsoft met belangstelling naar de code kijken en overwegen om zich aan te sluiten als een pragmatische aanpak, lijkt Meta in te zetten op een berekende confrontatie met de Europese autoriteiten. In een cruciale fase voor de globale regulering van kunstmatige intelligentie kan de weigering van een van de invloedrijkste spelers in de sector de transatlantische kloof in technologische regulering verdiepen.

De prangende vraag blijft: hoe ver kan Meta blijven negeren wat in Brussel wordt beslist zonder gevolgen? En evenzo, kan Europa globale normen voor AI opleggen zonder de steun van Amerikaanse giganten? De antwoorden, net als de AI zelf, zijn nog in ontwikkeling.

Scroll naar boven