Titel: De Lancering van GPT-5: Een Waarschuwing voor de AI-industrie
De lancering van GPT-5 zou een mijlpaal zijn voor OpenAI, maar is inmiddels een voorbeeld geworden van hoe zelfs giganten in de kunstmatige intelligentie kunnen struikelen. Het bedrijf, onder leiding van Sam Altman, zag zich gedwongen om binnen enkele dagen de mogelijkheid te herintroduceren om gebruik te maken van GPT-4o in ChatGPT, nadat een stortvloed aan klachten op sociale media zoals Reddit en X binnenkwam. Het nieuwe model, gepresenteerd als de natuurlijke evolutie, werd door een groot deel van de gebruikersgemeenschap met koudwatervrees ontvangen. Ze ervoeren het als “koud” en minder natuurlijk in zijn reacties.
“Ik denk dat we op sommige punten de plank missloegen bij de lancering,” gaf Altman toe tijdens een diner met journalisten in San Francisco. Zijn eerlijkheid verhult een ongemakkelijke waarheid: OpenAI heeft de emotionele relatie die veel gebruikers hebben met hun vlaggenschipproduct niet goed begrepen.
Een Bedrijf dat Sneller Rent dan het Kan
Altman verdedigde dat, ondanks de fout, het bedrijf recordhoogte in gebruik heeft bereikt en dat de API binnen 48 uur zijn verkeer heeft verdubbeld. Maar die triomfantelijke visie overtuigt niet iedereen. De haastige uitrol van GPT-5 reflecteert een dieper liggend probleem: OpenAI rent aan een snelheid die noch zijn gebruikers, noch zijn infrastructuur lijken te kunnen bijbenen.
Altman zelf gaf toe dat het bedrijf “zonder GPUs” kwam te zitten, een duidelijk symptoom van de fysieke grenzen waar de sector mee te maken heeft. Achter elke vooruitgang in AI schuilt een materiële realiteit: datacenters die enorme hoeveelheden elektriciteit verbruiken, duizenden kostbare chips en een steeds meer onder druk staande toeleveringsketen.
De Koorts voor Datacenters
Altman verbergt zijn plannen niet: hij wil miljarden dollars ophalen om infrastructuren te bouwen die de volgende generatie AI-modellen kunnen ondersteunen. Deze ambitie doet onwillekeurig denken aan andere tijden van technologische euforie, van de dotcom-bubbel tot de cryptocurrencies.
Tegenwoordig wordt elke grote aankondiging van een AI-model vergezeld van astronomische cijfers over investeringen en energieverbruik, met de belofte dat dit zich in de nabije toekomst zal terugbetalen door een productiviteitsrevolutie. Echter, steeds meer stemmen binnen de industrie waarschuwen dat we ons in een speculatieve cyclus begeven waarin kapitaal sneller stroomt dan er echte rendementen worden gegenereerd.
Het risico is duidelijk: een AI-bubbel waarin bedrijven, overheden en soevereine fondsen enorme bedragen investeren in datacenters die mogelijk nooit de verwachte voordelen zullen opleveren.
De Illusie van Hyper Versnelling
De zaak van GPT-5 is een ongemakkelijke herinnering aan de grenzen van deze narratief. De obsessie voor snelle innovatie kan de gebruikerservaring aantasten, en wat een kwalitatieve sprong zou moeten zijn, wordt ervaren als een achteruitgang. OpenAI loopt het risico om slachtoffer te worden van zijn eigen versnelling, gedreven door onvervulbare verwachtingen en de druk om de concurrentie, zoals Anthropic, DeepSeek, Perplexity, Google of Meta, voor te blijven.
Altman beweert dat minder dan 1 % van de gebruikers een “ongezonde” relatie met ChatGPT heeft, maar de interne discussies bij OpenAI over dit onderwerp tonen aan dat zelfs binnen het bedrijf ondertussen de echte impact van het ter beschikking stellen van steeds krachtigere modellen aan het grote publiek in twijfel wordt getrokken.
Tussen Innovatie en Bubble
De toekomst van kunstmatige intelligentie hangt zowel af van technische vooruitgang als van de duurzaamheid van het economische model dat deze ondersteunt. Als de industrie ongebreideld blijft groeien, is het risico dat ze zich tegen de realiteit van energiekosten, hardwarebeperkingen en overgeëxpecteerde verwachtingen botst, zeer reëel.
Het fiasco van GPT-5 is niet alleen een communicatiefout of een probleem in de uitrol. Het is misschien de eerste zichtbare scheur in een industrie die te snel lijkt te groeien.