Solo el 36% de las empresas hace seguimiento del consumo energético de sus sistemas de inteligencia artificial.

Kunstmatige intelligentie wordt vaak voorgesteld als een wonderoplossing om de uitdagingen van duurzame ontwikkeling aan te gaan, maar professionals in de sector zijn niet zo optimistisch. Een recente enquête onder meer dan 400 Europese IT-managers, waarvan de resultaten zijn verzameld in het ESSCA AI Barometer en gepresenteerd aan de Franse Senaat, toont een ongelijk beeld.

Slechts 36% van de bedrijven monitort het energieverbruik van hun AI-systemen, en slechts 29% meet de netto-uitstoot van broeikasgassen die geassocieerd worden met deze technologie. Deze kloof tussen de verklaarde ambities en de werkelijke praktijken zorgt voor zorgen, en resulteert vaak in milieuresultaten die niet voldoen aan de verwachtingen.

Dejan Glavas, hoogleraar Financiën en Directeur van het “AI for Sustainability” Instituut van ESSCA legt uit dat “Microsoft een goed voorbeeld is. Hoewel het bedrijf zich in 2020 heeft voorgenomen om zijn CO2-uitstoot tegen 2030 te halveren, onthult het duurzaamheidsrapport van 2024 dat de indirecte broeikasgasemissies met 30,9% zijn gestegen ten opzichte van 2020. Deze stijging is vooral te wijten aan de uitbreiding van datacenters nodig om AI-technologieën te ondersteunen“.

Deze AI Barometer, ontwikkeld door het “AI for Sustainability” Instituut van ESSCA en Forvis Mazars, toont aan dat Europese bedrijven over het algemeen optimistisch zijn. 54% van de respondenten gelooft dat AI een positieve impact heeft op het gebied van duurzame ontwikkeling. De meest genoemde toepassingsgebieden zijn de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, afvalbeheer en de optimalisatie van de toeleveringsketen.

De percepties verschillen echter aanzienlijk per gebied. Onder de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties worden gezondheid, onderwijs, energie en industrie gezien als de sectoren waar AI waarschijnlijk de meeste significante impact zou kunnen hebben. In de gezondheidszorg wordt AI gezien als een veelbelovende tool om de diagnose te verbeteren en behandelingen te personaliseren. In het onderwijs zou het toelaten om het leerproces beter af te stemmen op individuele behoeften. Op het gebied van energie wordt de technologie gezien als een middel om de productie en distributie van hernieuwbare energie te optimaliseren. In de industrie wordt het gezien als een hefboom om meer duurzame processen te ontwikkelen.

De ESSCA AI Barometer benadrukt echter ook enkele blinde vlekken. Bepaalde SDG’s, zoals de bescherming van het leven in het water en op het land, worden zelden genoemd als toepassingsgebieden.

Bedrijven zijn niet voldoende bewust

Bedrijven worden ook geconfronteerd met belangrijke ethische uitdagingen. Slechts 28% heeft tools om ethische problemen gerelateerd aan AI te detecteren of op te lossen. 18% heeft al een AI-project moeten stopzetten of aanpassen om ethische redenen.

Glavas merkt op dat “de voornaamste zorgen zijn de vertrouwelijkheid van gegevens, de transparantie van de besluitvorming van modellen en de sociale impact. Deze kwesties zijn vooral van belang bij het gebruik van algoritmen voor duurzame ontwikkelingsdoelen, die vaak gevoelige gegevens en beslissingen met een significante impact op mensen omvatten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het gebruik van AI om het energieverbruik in slimme steden te optimaliseren“.

Het onderzoek van ESSCA brengt ook een gebrek aan training aan het licht, niet alleen op technisch gebied, maar ook wat betreft de ethische, sociale en milieu-implicaties van AI. Momenteel biedt slechts 30% van de bedrijven training over het ethische gebruik van AI. Volgens Glavas “kan dit gebrek belangrijke gevolgen hebben. Zonder een goede begrip van de ethische en milieu-implicaties van AI, lopen bedrijven het risico om oplossingen te ontwikkelen die, hoewel innovatief, negatieve onverwachte effecten kunnen hebben op de samenleving of het milieu“.

Scroll naar boven