Trump’s 104% Tarieven op China: Wereldwijde Technologie Komt In de Gevarenzone

De Impact van de Nieuwe Handels Escalatie op Technologiebedrijven zoals Apple en Nvidia

De technologie-sector wordt opnieuw het slachtoffer van geopolitieke spanningen. De regering-Trump heeft deze week een nieuw pakket invoerrechten van 104% op technologie-importen uit China bekendgemaakt, een maatregel die bedoeld is om druk uit te oefenen op Peking, maar in de praktijk raakt het de volledige wereldwijde waardeketen in de technologie. Op de korte termijn wint niemand.

Een Schokkende Klap die de Hele Industrie Ontwricht

De nieuwe invoerrechten hebben betrekking op hardware die in China wordt geproduceerd, waaronder semiconductoren, elektronische apparaten, componenten en machines, met een onmiddellijke impact op bedrijven zoals Apple, NVIDIA, Amazon, Intel, ASML en Microsoft. De marktreactie liet niet op zich wachten: Apple zag zijn waarde op één dag met 5% dalen en verloor zo zijn status als het meest waardevolle bedrijf ter wereld. Ook NVIDIA daalde met 1,3%, terwijl Amazon en Alphabet eveneens met rood afsloten.

Deze nieuwe belasting betekent dat producten zoals een iPhone, die voorheen $1.200 kostte, nu zelfs boven de $3.000 zou kunnen uitkomen na het optellen van kosten, belastingen en logistieke lasten. Het psychologische effect was onmiddellijk: er is een sterke stijging van de anticiperende aankopen in de VS uit vrees voor ongekende prijsverhogingen.

De Illusie van Herlocalisatie van Productie naar de VS

Het verhaal van Trump draait om het terugbrengen van productie naar de VS. Echter, de werkelijke industriële situatie vertelt een ander verhaal. Het ecosysteem voor technologische productie, vooral in mobiele telefoons en semiconductoren, is diep geworteld in Azië. En hoewel TSMC en Intel al werken aan een gezamenlijke fabriek op Amerikaanse bodem, beweren experts dat deze nog jarenlang niet op volle capaciteit zal draaien.

China daarentegen is al geruime tijd voorbereid op dit scenario. Het land heeft zijn chipindustrie gediversifieerd, de assemblagecapaciteit versterkt en allianties gesloten met landen zoals Vietnam en Maleisië. Hoewel de invoerrechten op korte termijn een effect hebben, versnellen ze ook de ontkoppeling van de VS en de ontwikkeling van een ‘Made in China’ technologie-zelfstandigheid.

Iedereen Verliest, Inclusief de Consument

Het meest verontrustende voor de sector is dat er geen duidelijke winnaars zijn. De Verenigde Staten proberen hun industrie te beschermen, maar doen dit door de producten duurder te maken voor hun eigen burgers. De bedrijven zien hun winstgevendheid, toegang tot markten en innovatiecapaciteit onder druk staan. En uiteindelijk zal de consument de rekening betalen.

Analisten vatten het als volgt samen: “Trump heeft een totale handelsoorlog verklaard en het strijdtoneel is technologie. Maar dit is geen oorlog met een snelle overwinning: het is een waarin alle actoren verlies lijden, althans in deze initiële fase.”

Een Nieuwe Globale Technologische Orde in de Maak

Wat lijkt op een tactische zet zou kunnen leiden tot een structurele transformatie. Als Apple, Google of Amazon hun productie gaan herconfigureren, als China vorderingen maakt op het gebied van technologische onafhankelijkheid en als andere landen zoals India of Vietnam invloed winnen, zouden we weleens getuige kunnen zijn van het einde van de hyperverbondenheid in de technologie zoals wij die kennen.

En hoewel er op lange termijn nieuwe, meer gediversifieerde evenwichten kunnen ontstaan, is het directe scenario duidelijk: onzekerheid, inflatiedruk, verstoringen in de toeleveringsketen en een verminderde capaciteiten voor gezamenlijke innovatie.

Conclusie

Het invoerrecht van 104% is niet slechts een cijfer. Het is een symbool van hoe technologie het middelpunt is geworden van de geopolitieke geschillen van de 21e eeuw. En vooralsnog is het enige tastbare effect dat iedereen — regeringen, bedrijven en gebruikers — uiteindelijk zal verliezen.

Scroll naar boven