De halfgeleiderindustrie staat voor een significante verandering met de verplaatsing van een deel van de productie naar de Verenigde Staten. Het Taiwanese TSMC, ’s werelds grootste chipfabrikant, heeft zijn strategische partners gewaarschuwd — waaronder AMD, NVIDIA, Intel en Apple — over een toename van 30% in de productiekosten van chips geproduceerd op Amerikaanse bodem, een gegeven dat directe impact kan hebben op de eindprijzen van technologische producten.
Deze stijging van de kosten vindt plaats in een context waarin de Verenigde Staten hun afhankelijkheid van Azië willen verminderen om hun technologische autonomie te garanderen in het licht van geopolitieke dreigingen, zoals de spanningen tussen China en Taiwan. Deze beslissing gaat echter gepaard met ernstige economische en strategische implicaties.
Productie in Arizona: kosten en prognoses
De waarschuwing van TSMC valt samen met de ingebruikname van hun eerste fabriek in Arizona (FAB 1), die reeds 12-inch wafers produceert en naar verwachting een capaciteit van 20.000 eenheden per maand zal bereiken tegen medio 2025. In deze beginfase zullen de geproduceerde chips bestemd zijn voor de belangrijkste klanten van het bedrijf: AMD, Qualcomm, NVIDIA en Apple, terwijl Intel een secundaire rol speelt in het leveringsproces.
De grootste uitdaging ligt echter bij de productiekosten, die aanzienlijk hoger zullen zijn in vergelijking met de TSMC-fabrieken in Taiwan. Volgens rapporten zijn de sleutelfactoren die deze toename aandrijven:
- Hoge tarieven: Commercieel protectionisme in de VS maakt lokale productie duurder.
- Transportkosten: Logistiek en het transport van gespecialiseerde apparatuur verhogen de kosten ook.
Waarom kiezen voor de VS?
De aanzet om een deel van de productie van TSMC naar de Verenigde Staten over te brengen komt voort uit een strategie gepromoot door de voormalige president Donald Trump, en voortgezet door zijn opvolger, om de afhankelijkheid van Taiwan te verminderen en de oneerlijke concurrentie van China en Zuid-Korea tegen te gaan, waar staatshulp het mogelijk maakt om kunstmatig lage prijzen te handhaven.
Bovendien wil de VS de vertragingstijd tussen de introductie van geavanceerde technologieën in Taiwan en hun productie in Amerika verminderen. Op dit moment komen de meest geavanceerde chips eerst uit Taiwanese fabrieken en duurt het langer voordat ze elders worden geproduceerd. Tegen 2030 is TSMC van plan om deze tijdsverschillen te overbruggen en de meest geavanceerde nodes in Arizona te produceren.
De toekomstige fasen van TSMC in Arizona
De plannen van TSMC voor Arizona zijn ambitieus en beslaan de komende tien jaar. De eerste fabriek (FAB 1) zal chips produceren met 5 nanometer nodes in de beginfase, maar de volgende stappen omvatten:
- FAB 2 (2028): Productie van chips met 2 nm technologie (N2P).
- FAB 3 (2030): Fabricage van de A16 node, een van de meest geavanceerde technologieën voorzien voor die tijd.
Deze groei maakt deel uit van een inspanning om een technologisch ecosysteem op Amerikaanse bodem op te bouwen dat kan concurreren met de Aziatische machten. Echter, de hoge initiële kosten kunnen negatieve gevolgen hebben voor de wereldwijde concurrentiekracht van de chips geproduceerd in de VS.
Implicaties voor de technologische industrie
De toename van 30% in productiekosten zal directe gevolgen hebben voor de prijzen van de eindproducten. Volgens analisten hebben bedrijven twee opties:
- Wereldwijd de prijzen verhogen om verschillen tussen de Amerikaanse en Aziatische markten te voorkomen.
- Een deel van de extra kosten absorberen, wat hun winstmarges zou kunnen verminderen.
Beide opties brengen uitdagingen met zich mee. Een prijsstijging zou de vraag naar technologische producten kunnen beïnvloeden in een markt die reeds gevoelig is voor inflatie, terwijl het opnemen van de kosten de winstgevendheid van bedrijven als NVIDIA, AMD of Apple zou kunnen schaden.
De concurrentie met China en Korea
Terwijl de VS erop gebrand zijn hun afhankelijkheid van Azië te verminderen, blijven concurrenten als China en Zuid-Korea hun vermogen om halfgeleiders te fabriceren uitbreiden met een agressieve focus op kostenreductie. De concurrentiekracht van deze landen kan TSMC en haar klanten dwingen om innovatieve strategieën te zoeken om hun marktaandeel te behouden.
In dit scenario kunnen Amerikaanse initiatieven, zoals het verwijderen van heffingen of het subsidiëren van lokale fabricage, essentieel zijn om de hoge initiële kosten te mitigeren. Dit zou echter meer overheidssteun en internationale overeenkomsten kunnen vereisen om een evenwicht in de industrie te garanderen.
Conclusie: Is de gok van de VS houdbaar?
De uitbreiding van TSMC in de Verenigde Staten vertegenwoordigt een belangrijke stap richting technologische autonomie, maar is niet zonder uitdagingen. De toename van 30% in de productiekosten roept vragen op over de houdbaarheid van deze strategie op de lange termijn en de impact ervan op de prijzen van technologische apparaten.
In een wereld die steeds meer afhankelijk is van halfgeleiders, zal het vermogen om kosten, efficiëntie en autonomie in evenwicht te brengen cruciaal zijn om wereldwijde concurrentiekracht te behouden. Naarmate de geopolitieke spanningen en de markteisen toenemen, zal het succes van deze gok afhangen van het vermogen van de VS om een competitieve omgeving te creëren die innovatie en kostenverlaging op haar grondgebied bevordert.